Doseren

Bedenking.
Zou het kunnen dat ik niet bepaald een keukenprinses ben omdat doseren iets is dat me niet gemakkelijk af gaat?

Eigenlijk heeft dit schrijfsel niets te maken met mijn keukenkunsten, of eerder gekunstel. Een gesprek met manlief gisterenavond – oncomfortabel en zo waardevol, dankjewel poekie! – legt nog maar eens mijn moeite met doseren bloot.

Middenin de weerstand die onze conversatie oproept – totaal verzonken in het zwart-wit denken dat daar zo vaak mee gepaard gaat – vraag ik me af of het een kwestie is van onmacht, onwil of onkunde. Waarom blijf ik mezelf toch voorbij lopen?

De voorbije week heb ik me drie hele dagen niet gehouden aan de 20′-60′-strategie. Niks geen blokken van 20 minuten inspanning, gevolgd door minstens een uur rust. Op de agenda stonden enkel dingen die mijn hart doen zingen: een BoekBouwDag bij De Boekenbouwer op zaterdag, een dagje spelen met tekst en beelden met een hartsvriend/SoulBrother op dinsdag én een rustig ontbijt bij een vriendin thuis, gevolgd door een drukke woensdagnamiddag met de kids bij mijn ouders.

Weerstand!
Maar dat is geen inspanning waarvan mijn batterijen leeglopen, integendeel! Als dat óók al niet meer mag dan geef ik beter gewoon op. Hele dagen slapen ofzo. Zonder ook maar iets om naar uit te kijken. *oh, zoveel drama*

“Welk moment van de dag is voor jou nu écht het moeilijkste?” vraagt manlief opeens.

Ik zucht. Ga ten rade bij mezelf, voel diep en zie het dan loepzuiver voor me. Voor mij is en blijft het allermoeilijkste moment van de dag wanneer manlief en de kids vertrokken zijn naar school. Dan wil ik zó graag de boel even aan de kant krijgen, wat huishouden doen, mijn steentje bijdragen, me ‘normaal’ voelen.

Ondertussen weet ik heel goed dat juist dàt mijn batterijtjes – die tijdens de ochtendroutine al stevig worden aangesproken – totaal leegzuigt. Goed idee? Nee, dus. Dat is logisch.
Weerstand! Verdorie toch!

“Je mag al die plezante dingen die je ook echt energie geven wél, hè? Dat besef je toch?” polst manlief.
“Alleen niet zo samengepropt in een week tijd?” probeer ik te vatten wat hij me wil zeggen.
Hij knikt.

Zo simpel is het.
En zo moeilijk voelt het voor mij.

Misschien mag ik ‘gewoon’ aanvaarden dat ‘me normaal voelen’ voorlopig even geen gezond streven is voor mij. Wat is ‘normaal’ ook eigenlijk?
Misschien mag ik ook dat stukje hardnekkige weerstand ‘gewoon’ aankijken, erkennen en loslaten. Waar het ook zijn oorsprong kent, het dient me niet.
Misschien mag ik ‘gewoon’ beter gaan letten op mijn agenda en hoe ik zo’n zalige activiteiten kan spreiden in de tijd.
Misschien is het niet meer dan dat. En dat kan ik wel.

Weer een stapje verder. 🙂

1 reactie

  1. Lieve An, “normaal” is wat jij aankan en wat jouw gezin aanvaardt dat jij aankan en hou voor de rest van jezelf zoals je bent, dat doen degenen die van je houden ook ???