Handen in het haar… of beter, in de stoelgang.

Mijn oprechte excuses voor de nogal vreemde titel.
Feit is dat manlief en ik met onze handen in het haar zitten én dat dat alles te maken heeft met stoelgang.
Laat me beginnen bij het begin.

Sinds begin februari gaat Maya, mijn jongste dochter, naar de instapklas. Daarover kon je al lezen in mijn vorige blog.
Voor mij was het een uitgemaakte zaak dat ze op dat moment zindelijk moest zijn, toch zeker overdag. Die overtuiging heeft drie redenen.

Het is algemeen geweten dat er een verband bestaat tussen schoolrijpheid en zindelijkheid. Sommige kinderen zijn met twee jaar klaar om ‘op het potje’ en naar school te gaan, anderen doen erover tot ze drie zijn. Allemaal heel normaal en in mijn ogen is het een basisrecht van elk kind om zijn of haar eigen tempo te volgen.

De kleuterschool staat mee in voor de totale ontwikkeling van elk kind.
Hoe kan je van een kleuterjuf verwachten dat ze daaraan kan werken als ze tegelijkertijd gedwongen wordt om zich bezig te houden met zindelijkheidstraining?
Ja hoor, in de kleuterschool van ons dorp zijn twee zorgjuffen aanwezig die mee worden ingeschakeld als er zich ongelukjes voordoen. Ze werken allebei halftijds en staan samen in voor de hele kleuterschool: zes klassen. Geen al te grote luxe, dus.

Tenslotte gruwel ik een beetje van het idee dat toch nog in sommige hoofden leeft dat de school de opvoeding van een kind voor een groot deel moet overnemen omdat kinderen daar zoveel tijd doorbrengen.
Wie heeft gekozen voor de komst van een kind? De ouders? Of de school?
Uiteraard ondersteunt een school de algemene ontwikkeling, maar het leeuwendeel van de verantwoordelijkheid voor de opvoeding ligt toch bij de ouders? Zindelijkheidstraining is daar een onderdeel van.

2014-01-05 10.32.22Maya was zindelijk toen ze begin februari naar de instapklas ging.
Niet zonder enige fierheid ging ze thuis op het potje (zelfs voor een grote boodschap) en in de school op het ‘kleine toiletje’.
Het viel me wel op dat ze heel vaak behandeld wilde worden als een baby.
“Maya baby’tje,” stelde ze dan vastberaden, soms gevolgd door een knappe imitatie van babygehuil.
Ik dacht dat het haar manier was om zich te verzekeren van de haar zo vertrouwde liefde en aandacht. Stel je voor dat dat verdwijnt wanneer je als een echte grote meid naar de klas gaat! Dus ging ik met plezier mee in haar baby-imitaties. Wist ik veel dat er meer achter zat.

Na een paar weken hoorden we van haar juf dat een aantal kindjes in de klas nog steeds niet zindelijk waren. Het gebeurde zelfs dat ze meer aandacht moest geven aan verschonen en pamperbroekjes wisselen dan aan de geplande activiteiten.
In die periode merkten manlief en ik dat Maya weerstand ontwikkelde tegen een grote boodschap op het potje. Ze had liever een pampertje om, wat we wel eens toelieten als ze moe was, ervan overtuigd dat het een fase was.

Tijdens de vakantieweek begin maart liep het echter mis. Maya weigerde op het potje te gaan. De natte en vuile broeken die al maanden achter ons lagen, kwamen in volle hevigheid terug.
De potjestraining was een drama en vaak deed Maya het in haar broek binnen de vijf minuten nadat ze van haar potje was gekomen.
Voor manlief en mij was het klinkklaar: als we dit gedrag niet konden omkeren tegen het einde van de week, moest Maya maar thuisblijven van school tot ze opnieuw zindelijk was. Het lukte net op tijd, zij het alleen voor de kleine boodschap. Stoelgang bleef een enorme uitdaging.

Toen we de meisjes vanmorgen hun jasjes wilden laten aandoen, merkte ik een onfris geurtje op bij Maya. In haar broek tekende zich een zeer herkenbare bobbel af. Maya had het opnieuw in haar broek gedaan! Gevolg: mijn kleinste meisje bleef deze voormiddag thuis van school.
Deze namiddag beginnen we opnieuw, op hoop van zegen.

Je omgeving kan je motiveren of naar beneden halen. Het is pijnlijk om te beseffen dat dat laatste nu gebeurt met mijn kleinste meid en dat ik daar zelf geen invloed op kan uitoefenen.

Maya, als je dit ooit leest, weet dan dat mama heel veel van je houdt. Samen komen we hier wel weer uit, lieve schat.