Inzicht: jouw goede raad is niet enkel voor de ander

Raad geven – goed of minder bruikbaar, dat laat ik even in het midden – is iets wat we allemaal wel eens doen. Vanuit eigen ervaringen, vanuit een medeleven met de ander, omdat het op dat eigenste moment resoneert.

Gevraagd of ongevraagd, zolang je er de ander het zwijgen maar niet mee oplegt of jouw raadgevingen gebruikt als hekkensluiter (‘Zo, nu hoeven we het hier verder niet meer over te hebben. Ander onderwerp!’). Wat de ander al dan niet met jouw woorden doet, is volledig diens keuze. Loslaten dus.

De laatste tijd heb ik weer vaker het gevoel dat een onzichtbare metgezel me een kort tikje op de schouder geeft wanneer ik me waag aan raad geven. Wat dat tikje wil zeggen, begrijp ik maar al te goed. Het is iets als: ‘Goeie raad. Die geldt evengoed voor jou. Pas je die dan ook zelf toe alsjeblieft?’

Na mijn grote weerstandsdoorbraak van afgelopen weekend bevind ik me als het ware hoog in de blauwe lucht nadat ik met een rotsnelheid door de geluidsmuur ben gegaan. Rust. Een prachtig blauwe hemel. En inzichten die eerder al wel eens langsgefladderd kwamen en nu heel duidelijk zijn.

Dat ik op de goeie weg ben, voél ik. En dit inzicht is nu echt geworteld: de raad die ik geef aan een ander, geef ik ook aan mezelf. En zo is ‘zorgen voor elkaar’ eveneens ‘zorgen voor jezelf’. ?