Flierefluiter

Begin 2020. Noah, onze jongste telg, kan fluiten. Het veelvuldig en aanhoudend inoefenen van die nieuwe vaardigheid blijkt heel belangrijk. En uiteraard demonstreert hij zijn kunnen maar al te graag.

Het doet me terugdenken aan toen Maya leerde fluiten. Een helse kerstvakantie was het. Maar hey, ouders zijn er om hun kids te ondersteunen en aan te moedigen, right?

Gwen, Maya en Aaron zijn heel enthousiast over Noah’s gefluit. Al is er wel dat ene moment wanneer we op bezoek zijn bij mijn ouders en Noah een prachtdemonstratie geeft waarop de schoudertjes van Aaron wat gaan hangen en er een waas van teleurstelling over zijn gezichtje trekt.

“Wat is er schat?” pols ik voorzichtig.

“Nu ben ik de enige van de hele familie die nog niet kan fluiten,” zegt hij zachtjes. Het raakt me.

De reacties van mijn ouders en kinderen zijn stuk voor stuk hartverwarmend, gaande van ‘Nóg niet’ over ‘Bij mij heeft dat ook lang geduurd, hoor. Ik was al zes en jij bent pas vijf jaar geworden.’ tot ‘Gewoon blijven oefenen want van proberen kan je leren’. Aaron voelt zich er duidelijk door gesteund.

Eerder deze week word ik opgeschrikt door een zoveelste kinderkreet in huis, gevolgd door een luid en enthousiast ‘Mama! Màma!’. Te snel voetgetrappel op de trap. En dan staat een rood aangelopen, zichtbaar opgewonden zoontje voor mijn neus. Aaron. Met een glimlach van oor tot oor en glinsterende ogen.

“Màma! Ik kan fluiten! Hoor!”

En dan demonstreert hij zijn kunnen. Ook aan mijn ouders tijdens een telefoontje. Als een echte flierefluiter, meteen met een lichte variatie in toonhoogte en in verschillende ritmes.

Zó fier is hij. En ik niet minder.