Levenskunst #1

Hier ben ik al een aantal jaren stevig mee aan de slag:

Ik Ben. An.

Ik bén niet mijn lichaam, ik héb een lichaam. Eentje dat ongelooflijk z’n best doet voor mij. Al duurt het heel lang voor ik dat ook besef.

Ik bén niet moe, ik voél me moe. En wanneer ik daaraan toe mag geven – van mezelf – geeft dat rust en dat zorgt op z’n beurt weer voor wat energie. Echt wel mooi, niet?

Ik bén niet langdurig ziek, ik héb bepaalde gevoeligheden die me begeleiden naar de levensstijl die het beste werkt voor mij – als ik dat toelaat. Eenvoudig, niét gemakkelijk!

De taal die we gebruiken, zowel naar de ander als naar onszelf toe, is belangrijker dan je denkt. Je kan die lijn ver doortrekken. En hoewel dat misschien vergezocht lijkt, denk ik dat het zeker zijn waarde heeft.

Zo voél ik me dankbaar, zo héb ik vier kinderen – toevertrouwd gekregen om te begeleiden tot het punt waarop ze hun vleugels uitslaan – die me ‘mama’ noemen, zo hou ik enorm van creatief bezig zijn. Dat alles bén ik niet. Ik ben gewoon meZelf.

Het is een proces en niet meteen het meest gemakkelijke. Het draait om bewustwording. Om het besef dat je onderbewuste altijd voor waar aanneemt wat je zegt, of het nu positief of negatief is. De taal die je gebruikt kan wel degelijk ‘maken of kraken’, je kan jeZelf en de ander ermee opbouwen of – vaak zelfs ongemerkt – afbreken. De keuze is aan jou. Met inbegrip van een grote dosis mildheid naar jezelf toe, want levenslange gewoonten ombuigen, gaat niet van de ene dag op de andere.

Er kunnen nog zoveel dingen gaande zijn in mijn leven, met mij, … ze ‘zijn’ me niet. Het enige wat ik ben, is meZelf. An.