De Wase polders… verhalen uit mijn kindertijd

Het overgrote deel van mijn kindertijd en jeugd bracht ik door in Kieldrecht, Oost-Vlaanderen.
Onlangs reed ik er met mijn papa nog eens naartoe. Naast het bezoeken van een aantal plaatselijke trekpleisters (met Drukkerij Cleiren als absolute voorloper, want dan ben je meteen weer een beetje ‘mee’ met wat er zich allemaal afspeelt in het dorp) besloten we dit keer nog eens de polders in te trekken. Doel, Prosperpolder, den Ouden Doel, Rapenburg, … ze konden allemaal rekenen op een kort bezoekje van ons twee.

Drie jaar was ik toen ik met mijn ouders verhuisde naar het dorp in het Waasland. Het was er heel anders dan in de Antwerpse Kempen: het landschap was anders, de mensen waren anders en zelfs de woorden klonken helemaal niet hetzelfde.
Een nieuwe taal, een andere school, een andere kleuterklas met nieuwe kindjes en een nieuwe juf. Het was een hele aanpassing voor een kleutertje.

Toen ik al wat groter was, trok ik er regelmatig met de fiets op uit. Meestal samen met één of meerdere vrienden of vriendinnen, maar evengoed alleen. In de huidige samenleving zouden ouders er misschien nog niet eens over nadenken je – als meisje – alleen te laten vertrekken voor kilometers en kilometers solo fietsplezier. Maar toen kon het nog. En daarvan maakte ik gretig gebruik!
Weinig zaken lijken me ook zo geweldig om te verkennen als die uitgestrekte polders. Ook Hulst, een gezellig stadje in Nederland, trakteerden we vaak op een bezoekje.
Wat was dat genieten, dat polderlandschap! Kilometers ver zag je niets anders dan akkers, met hier en daar een boerderij en af en toe een dijk, met of zonder bomen. Ik vond die met bomen erop het mooiste.
Als ik boos of verdrietig was, of gewoon eventjes alleen wilde zijn dan fietste ik langs de Pillendijk. Die begon in het dorp en liep dan ver door in de polders.
Erbovenop stonden grote bomen met heel veel blaadjes die ruisten in de wind. Dat geluid bracht me altijd tot rust. Het was een beetje als muziek en het klonk prachtig.
Als opgroeiende tiener droomde ik er altijd van om later, met mijn eigen kinderen, dezelfde fietstochtjes te maken die ik zo veelvuldig ondernam.

Natuurlijk ben ik ook op de hoogte van het verdwijnen van Doel, van de plannen met de gehuchten Ouden Doel en Rapenburg en uiteraard ben ik verontwaardigd omdat ‘erfgoed’ en ‘natuur’ zo’n rekbare en dubbele begrippen zijn gebleken. Voor sommige beleidsmakers betekenen ze in elk geval iets anders dan wat er in mijn woordenboek staat.
Ik keek er hoe dan ook heel erg naar uit om met mijn papa door die prachtige polders te rijden.

Wat ik voelde toen we dat ook effectief deden, daar vind ik nu – een paar weken later – nog steeds geen woorden voor. En dat is helemaal niet ‘ik’.

Prachtige boerderijen waarvan geen spoor meer te bekennen is. Die moesten weg om plaats te maken voor de ‘natuurcompensatie’. Alsof een werkende boerderij geen deel uitmaakt van en nauw samenwerkt met de natuur!

Wegen die plots worden onderbroken door een dijk van opgespoten zand.
Op één van die wegen fietste ik in mijn jeugdjaren verwoed naar de bovenkant van de dijk, hard duwend op de trappers. Om dan bovenaan mijn voeten stil te houden en naar beneden te sjezen met de wind in mijn haren en de zon op mijn gezicht.
Wat een zalig gevoel vond ik dat! Dat is nu niet meer mogelijk. Nog voor je beneden geraakt, zou je terechtkomen tegen een muur van zand.

Vroeger leken alle wegen wel te leiden naar het dorpje Prosperpolder. Nu hadden papa en ik het bijna opgegeven er te geraken. Tot we één laatste poging ondernamen en de zo vertrouwde hoofdstraat inreden. Toch eventjes een verademing.

Het bezoek aan de plaatsen waar ik een groot deel van mijn jeugd doorbracht, bezorgde me tranen in de ogen. Wat met alle mensen die daar hun leven hadden opgebouwd? Generaties na generaties woonden in die boerderijen en huizen. Mensen met jonge kindjes – net zoals ikzelf – vonden de polders de ideale plaats om hun kinderen te laten opgroeien, maar moeten nu op zoek naar iets anders. Vele hypotheken geraken niet afbetaald met de onteigeningspremie. Start maar ‘gewoon’ opnieuw… .

Mijn droom van die fietstochten met mijn gezin door de polders uit mijn jeugd heb ik opgeborgen. Laat me eerst maar even rouwen om verloren tijden.
En binnen een paar jaar vertel ik vol vuur over het geruis van de bomen op de dijken, over met je ogen dicht en je snoet in de zon in een maïsveld duiken naast de kant van de weg, over de wind in je haren en de geur van kleigrond in je neus. Dan vertel ik over de polders van vroeger. Want herinneringen blijven.
Gelukkig maar… .