Naar rust als basisgedrag

Donderdag 5 december.

Afspraak bij het Centrum voor Gedragstherapie (bij vermoeidheid en functionele klachten) in het UZA voor een eerste socio-anamnetisch gesprek. Een hele mond vol. Het invullen van de vragenlijst die ik bij aankomst overhandigd krijg, loopt op een gegeven moment helemaal spaak. Het licht in mijn bovenkamer gaat uit en er komen helemaal geen antwoorden meer op de vragen. Herkenbaar. En hoeveel zachtheid ik ook voor mezelf aan de dag leg, dit blijf ik echt vervelend vinden. Tis wa tis. Bovendien wordt mijn halvelings excuus onthaald op zoveel begrip dat het bijna voelt alsof de manier waarop mijn brein werkt (en soms niet lijkt te werken) het nieuwe ‘normaal’ is. Alleen al door de houding van de verpleegkundige aan de andere kant van de tafel loop ik de rest van die dag op wolkjes. De eerste opdracht die ik meekrijg, wordt een hele uitdaging. In plaats van te denken van activiteit naar activiteit met rustpauzes tussenin, dien ik te gaan denken van rustmoment naar rustmoment. Na elke 1 (of zelfs 2!) uur liggende of zittende rust mag ik gedurende een 20-tal minuten iets doen. That’s it! Het doel is om een soort van basis-energieniveau op te bouwen zodat ik niet meer elke dag meermaals in het rood ga. Hoe beter ik erin slaag om van rust mijn basisgedrag te maken en hoe meer ik me bezig houd met de zaken waarvan ik blij word, hoe minder lang deze fase gaat duren. Ik mag me evenwel niet focussen op termijnen. Als het jaren nodig heeft dan heeft het jaren nodig, zo eenvoudig is het. Rationeel kan ik volgen. Toch is het even stevig slikken.

Zaterdag 14 december.

Schoonmaakparty bij ons thuis. Vijf prachtmensen uit ons netwerk komen ons helpen de opgelopen achterstand weg te werken en delen van ons huisje aan de kant te krijgen. In de drie kinderkamers willen we al zo lang zo graag wat meubels verstevigen waar nodig en verplaatsen zodat er meer vrije ruimte is. Door het voorlopig chronische gebrek aan energie en het daarbij horende ‘steeds achter de feiten aan hollen’, blijft het bij plannen en dromen. Iedereen weet dat ik zoveel mogelijk dien te rusten en enkel af en toe even de handen uit de mouwen mag steken. Natuurlijk ga ik er weer over… al bij al doe ik het heel goed. Op het einde van de dag is heus niet alles helemaal in orde (dat kan ook niet op een enkele dag). Wat overblijft, is behapbaar. En de energie die in het huis hangt, voelt zoveel lichter. Onze dankbaarheid is groot en onze harten warm.

De daaropvolgende dagen voelen manlief en ik hoeveel het van ons gevergd heeft. En dan weet ik niet of de grote bedrijvigheid in huis zaterdag de oorzaak is, of eerder het besef dat onze woonomstandigheden alleen al zoveel energie kosten. Hoe erg ik ook mijn best doe om mijn grenzen te herkennen en rusten als basisgedrag te hanteren, ik ga meermaals over de schreef. Dus vraag ik aan mijn lichaam om me te helpen met duidelijke signalen zodat ik weet wanneer ik tegen mijn grenzen aan loop.

Woensdag 18 december.

Ik word wakker met een pijnlijke bult vlak boven mijn linker sleutelbeen. Meteen weet ik wat het is. Een paar weken geleden herinnerde ik me vanuit het niets de gezwollen lymfeklier die me goed 5 jaar geleden even begeleidde.
Wanneer man en kids de deur uit zijn, ga ik zitten met pen en papier. De herkenbare kriebel in mijn rechterhand en de met rust gevulde ruimte die ik ervaar in en rond mijn hoofd vertelt me dat er een boodschap klaar zit. Ik zie mijn hand bewegen over het papier. Er vormen zich woorden en zinnen. De spierspanning is helemaal anders dan wanneer ik zelf schrijf. De wereld rondom is even weg. Af en toe komt er een vraag in me op, waarop de pen woorden op papier tovert als antwoord. Dan ebt dat ruimtegevoel weg, ik neem de woonkamer weer waar en mijn hand voelt ineens zwaar aan. Tijd om rustig te herlezen wat op het papier is verschenen.

De gezwollen lymfeklier mag ik zien als het verklikkerlichtje van een auto, dat me aangeeft hoe goed ik zorg draag voor mijn lichaam. Na nog wat rake én mooie feedback over de zaken die ik belangrijk vind in mijn leven, volgt deze afsluitende boodschap:

Daar kan ik wel wat mee. ?