Supermam

Ik geniet van mijn ochtendkoffie. En dan… paniek op de bovenverdieping! Kreten als ‘Mijn neus! Mijn neus!’ en ‘Aaron, wat zit er in je neus?’ doen alarmbellen afgaan. Het zou niet de eerste keer zijn dat één van mijn zonen iets in z’n neusgat duwt dat er niet hoort. En na de grote opluchting die volgde op het laatste incident had ik ook écht gehoopt dat het nooit meer zou gebeuren. Helaas pindakaas… ?

Snikkend komt Aaron de kamer binnen. Met horten en stoten vertelt hij over een stukje groene klei dat op de één of andere wonderlijke manier in zijn rechterneusgat is geraakt en er nu niet meer uit wil.

Snuiten brengt geen soelaas. En het groene spul zit zo diep dat ik het met moeite kan lokaliseren met de zaklamp van m’n smartphone. Ondertussen slaat de paniek toe en besluit ik Aaron even naar zijn kamer te sturen. Zo kan hij – hopelijk – weer wat rustiger worden en ik even nadenken.

Een paar minuten later is het gejaagd en huilerig getetter van Aaron geëvolueerd naar rustig praten met Noah, die geen moment wijkt van de zijde van z’n broer. Ik roep hen bij mij en leg uit dat ik iets heel geks wil doen. Iets dat bovendien niet zonder risico is voor mama, die zou kunnen veranderen in een snotmonster.

Dàt alleen al trekt Aaron over de streep. Gek of niet, hij wil het wel proberen. Waarom verbaast me dat niet? ?

Ik laat hem zijn hoofd op mijn schoot leggen en vertel dat ik het andere neusgat ga dichtduwen met mijn duim om daarna heel hard in zijn mond te blazen. Dan kan het stukje klei hopelijk door z’n open neusgat naar buiten vliegen. Aaron vindt het allemaal best. Dus daar gaan we.

Mama hangt inderdaad vol – stevig overdreven – snot. Aaron schiet in een zenuwachtige lach, zo’n gek gevoel! Een snelle controle met de zaklamp vertelt ons dat er niks groen meer te zien is in zijn rechterneusgat. En dan ontdekken we het kleinood dat ons ei zo na een afspraak met een dokter had opgeleverd en een dagplanning danig in de war had kunnen sturen.

Conclusie: supermam deed haar ding. ???