Vandaag een half jaar geleden.
Toen maakte je de overgang,
lieten we je los,
kon je eindelijk vrij van ziekte vliegen.
Ik mis je fysieke aanwezigheid,
het mekaar eens vastpakken,
de twinkeling in je ogen.
En toch ben je nooit ver weg.
Ik heb nog altijd mijn mama nabij.
Soms denk ik zelfs dat je nu dichter bent
dan je ooit eerder was.
Het is zo dubbel.

Lieve mama,
ik ben zo dankbaar voor jou in mijn leven.
Op de manier die ik bijna 44 jaar mocht kennen
en op de wijze waarop ik je sinds kort ervaar.
Dankbaar ook voor wat je naliet,
zeker die laatste jaren en maanden.
Dat het niet oké is om te zwijgen of passief te zijn
wanneer ik iets zie of ervaar dat niet oké is.
Dat ‘de lieve vrede bewaren’ niks,
maar dan ook echt niks met vrede te maken heeft.
Het is een doen en denken vanuit angst
en dat levert zelden iets anders dan pijn op.
Dat het aan ons zelf is om te doen wat we zelf kunnen,
en een licht te laten schijnen op zo’n zaken,
ongeacht de uitkomst.

Ik heb het je zo lang zo anders zien doen
en ik heb het je zien verteren van binnenuit.
Ik heb de ommekeer in jou mogen ervaren,
steeds sterker naarmate je dichter bij je overgang kwam.
Je fluistert me nog steeds toe dat ik niet mag zwijgen,
niet zomaar mag laten gebeuren.
En mama, ik hoor je. Ik zag het je doen.
En ik heb gevoeld hoe jij dat aan mij hebt overgedragen.
Je mag erop vertrouwen dat ik het verder zet.
En ik weet dat jij nog altijd aan mijn zijde staat.

Lieve mama,
Die zes maanden zijn voorbij gevlogen én gekropen.
Ik heb gehuild en gelachen,
eerste keren beleefd zonder jouw fysieke aanwezigheid.
Mijn hart wordt warm telkens de kinderen bij het afscheid
naar papa roepen: “Doe de groetjes aan moemoe en Gringo!”
Alsof je nog steeds binnen in de zetel zit.
Want ook zij voelen het: je bent er gewoon nog.
Alleen anders.

Dikke knuffel en dikke kus!
Ik hou van je.